Je ouders leven niet meer samen maar je gezin blijft bestaan. Je gezin verandert. Kinderen hebben verschillende gezinnen.
Er zijn kinderen wiens ouders samenwonen en er zijn kinderen wiens ouders apart wonen.

Mijn ouders zijn mijn mama en mijn papa. Misschien heb jij twee mama's of twee papa's, dat kan ook.

Als ouders apart gaan wonen, dan blijft iets heel belangrijks hetzelfde.
Je mama en je papa blijven je ouders, wat er ook gebeurt. Mama en papa is voor het leven

Mijn ouders zorgen voor mij en voor mijn zus. Wij zijn hun kinderen. Mijn ouders hebben niet alleen ons.
Ze hebben ook elkaar. Ze hebben elkaar heel graag gezien. Zo zijn mijn zus en ik er gekomen. Ze wilden samen gelukkig worden. Daarom woonden ze samen.

Iemand die er niet meer is, is een ex. Ex-juf, ex-baas, ex-wereldkampioen. En zo zijn er ook ex-partners.
Mijn ouders waren een koppel. Ze waren partners. Nu zijn ze ex-partners. Ze zijn geen partners meer van elkaar. Dat is voorbij. Ze zijn geen koppel meer. Ze zijn met elkaar niet meer gelukkig. Daarom wonen ze niet meer samen.

Maar ze blijven mijn mama en papa! Ex-ouder bestaat niet. Soms denken kinderen dat ze hun mama of papa kwijt zijn door de scheiding. Dat kan niet. Ouder-zijn gaat nooit voorbij. Wat verandert er niet?

Als ouders apart gaan wonen, veranderen veel dingen wel. Mijn ouders wonen niet meer samen in één huis.
Mijn papa is verhuisd naar een ander huis. Ik heb nu te maken met twee huizen: het huis van mijn mama en het huis van mijn papa.

Ik ben bij mama of bij papa, niet meer bij mama en papa samen. Ik woon nu eens bij de ene ouder en dan weer bij de andere.
Dat vond ik in het begin verwarrend maar het was ook nieuw en een beetje spannend.

Er zijn verschillende regelingen. Je blijft evenveel tijd bij mama als bij papa. Of je blijft meer bij de een als bij de ander.

Je kan vinden dat sommige veranderingen je leven verbeteren.

Soms maken kinderen ruzie. Soms maken kinderen geen ruzie. Soms raken ruzies opgelost, soms niet. Sommige ouders maken geen ruzie. Sommige ouders maken ruzie. Grote ruzie kan met luid roepen zijn. Maar ook zonder iets te zeggen voel je het wel.

Als ouders samenwonen en ruzie maken hebben kinderen daar last van. Ook als de ouders apart wonen en ruzie maken, hebben kinderen daar last van.

Ouders kunnen veranderen als ze niet meer samenwonen. Als je ouders veel ruziemaakten toen ze nog samenwoonden en nu niet meer, ben je misschien blij dat de ruzies voorbij zijn.

Mijn mama en papa zijn nu gelukkiger, nu ze gescheiden zijn. Er kan weer gelachen worden in huis of in de twee huizen. Ja, ik moet er nog altijd aan wennen.

Misschien krijg je meer kadootjes.

Plots kun je een ouder krijgen die meer tijd met je doorbrengt nu hij of zij apart woont. En dat kan prettig zijn.

Sommige veranderingen zijn niet zo prettig. Nu ik twee huizen heb moet ik met een valies heen en weer, en vergeet ik wel eens iets.

Misschien moet jij verhuizen naar twee nieuwe kleinere huizen. Of naar een nieuwe straat of zelfs een nieuwe stad. De meeste kinderen vinden het erg als ze van school moeten veranderen. Dan missen ze hun vrienden en vriendinnen.

Ik heb een tijdje mijn papa niet gezien. Dat vond ik heel erg.

Mijn ouders hebben minder geld dan voordien. Ik krijg wat minder nieuwe dingen. En ik krijg al maanden geen zakgeld.

Mijn mama spaart voor een auto. Nu moet ik altijd met de fiets naar school.
Dat is beter voor het milieu, zeg je. Ja, maar ik vind dat niet zo prettig, zeker niet als het regent.

Ik moet wat meer helpen in het huishouden omdat mama en papa er nu alleen voor staan.

De feestdagen zijn minder gezellig dan vroeger omdat niet iedereen van mijn familie samen is.

Veranderingen zijn moeilijk. Je ouders zullen je helpen om aan de veranderingen te wennen. Soms is het moeilijk om gewoon te worden aan de veranderingen. Dat heeft tijd nodig. Na een tijdje wordt dat makkelijker. Alles komt goed

Je bent niet alleen. Elk jaar zijn er vele kinderen die de scheiding van hun ouders meemaken. Ze worden de veranderingen na een tijdje gewoon. Het zal jou ook lukken.