Mijn ouders zijn ook apart gaan wonen.
Na veel ruzies. Het was heel moeilijk.
Ik voelde mij...
triestig,
kwaad,
verward,
bezorgd,
beschaamd
en schuldig,
...
Je kan voelen dat je heel boos bent op de ouder die verhuist.
Als je mama of papa heel verdrietig is dan word jij ook verdrietig of kwaad.
En er zijn nog andere dingen dan kwaadheid
en verdriet, die je ook kan voelen.
Je kan erg overstuur zijn als je een ouder
hoort wenen.
Je kan de ouder missen die niet bij jou is
ook al zie je hem of haar elke week.
Je kan voelen dat je een ouder verdriet doet
als je het leuk vindt bij de andere ouder.
Je kan je anders voelen dan je vrienden.
Je kan hopen dat je mama en papa terug
gaan samenwonen.
Je kan voelen alsof je moet kiezen voor de ene tegen de andere. Dat is moeilijk want je moet goed doen voor mama én voor papa.
Je voelt van alles door elkaar.
Je kan dan van alles doen om
je beter te voelen.
Sommige kinderen wenen
veel. Dat lucht hen op.
Andere kinderen wenen
weinig. Zij doen andere
dingen: buiten spelen,
babbelen en plezier maken
met hun vrienden.
Het is niet erg om verdrietig
te zijn. Als je een ouder mist
kan je dingen doen waardoor
je je samen voelt.
Je kan een foto in je
boekentas steken en af en
toe kijken. Je kan een sms’je
of een mailtje sturen.
Onthoud vooral dat er geen
goede of slechte gevoelens
zijn.
Jij bent niet lastig.
De scheiding is lastig.
Sommige ouders maken
veel ruzie, ook ouders die
samenwonen en blijven
samenwonen. Maar het is niet
omdat ouders veel kibbelen
dat ze daarom zullen scheiden.
Als ouders fel discussiëren
denken de kinderen soms dat
ze ruziemaken.
Het is ook niet zo dat alle
ouders die gaan scheiden
ruzie maken.
De meeste kinderen weten
goed wat ze moeten doen
als hun mama en papa
ruziemaken.
Ik ging altijd naar mijn kamer
om stilletjes een boek te
lezen.
Mijn grote broer ging ook
naar zijn kamer en speelde
dan luide muziek met zijn
deur open.
Maar kinderen hebben
ook last van ouders die
ruziemaken.
Je kan echt in de war zijn als
je je mama en papa hoort
ruziemaken. Ik had dan zin
om weg te lopen.
En als je er heel veel last van
hebt, dan moet je altijd aan
hetzelfde denken, dan kan je
• niet slapen en dan heb je
nachtmerries
• je wordt kwaad om de
kleinste dingen
• je kan niet meer opletten in de
klas en je krijgt slechte punten